RITA KOHNSTAMM



Biografie


Ik was zeventien toen ik in 1955 naar Amsterdam kwam om te studeren en ik ben er nooit meer weggegaan, anders dan voor korte reizen. Ik heb er mijn man gevonden, mijn kinderen gekregen en met een variant op Graham Greene's England made me kan ik zeggen: "Amsterdam heeft me gemaakt."
En wie aan Amsterdam komt, komt aan mij.

Ik ging naar de als Rooie Faculteit bekend staande faculteit voor Politieke en Sociale Wetenschappen. En dat was niet vanzelfsprekend. Ik kom uit een gereformeerd milieu en mijn vader heeft heel wat kritiek gekregen dat hij mij liet gaan. Maar zijn antwoord daarop was: Als zij daardoor haar geloof verliest, is dat geloof weinig waard geweest en ben ik tekortgeschoten in wat ik haar heb bijgebracht.
Ik denk dat dat raakt aan één van de wezenlijke waarden die ouders hun kinderen kunnen bijbrengen: eigen verantwoordelijkheid, zelf nadenken, je niet laten meevoeren door de waan van de dag en niet de omstandigheden gebruiken als verontschuldiging voor eigen falen.

Ik denk nog steeds met respect en bewondering terug aan de colleges van de hoogleraren Presser, Kleerekoper, Den Hollander, Barents en Baschwitz. Zij hebben mij het prille begin van wetenschappelijk denken bijgebracht.
En, ik heb het geloof behouden.

Mijn middelbare-schooljaren vielen in de tijd samen met de oorlogen in Korea en IndoChina. De berichten daarover maakte grote indruk en ik besloot oorlogscorrespondent te worden, om door mijn verslaggeving de ogen van de mensen te openen voor de gruwelijke werkelijkheid en zo een bijdrage te leveren aan de verbetering van de wereld - schoolvoorbeeld van een puberale wens. Aanvankelijk leek de KMA in Breda mij de beste voorbereiding, maar daar werden indertijd geen meisjes toegelaten. Daarom werd het de Politieke en Sociale Faculteit met daarbinnen Perswetenschappen.

In 1958 trouwde ik en hield zoals toen gebruikelijk was op met studeren. Maar na een jaar verveelde ik me zo dat ik opnieuw naar de universiteit ging. Dit keer voor psychologie aan de Vrije Universiteit. Postdoctoraal volgde ik in Utrecht een opleiding voor psychotherapie voor volwassenen. Maar de journalistiek bleef trekken, al ging het in een heel andere richting dan ik als zeventienjarige dacht. Ik wilde oorlogscorrespondent worden en ik werd hoofdredacteur van een tijdschrift over het grootbrengen van kinderen: Ouders van Nu en later van Psychologie. Behalve over kinderen dacht ik ook na over allerlei aspecten van het bestaan in de huidige samenleving. Dat bracht een diversiteit aan activiteiten mee, maar ik volsta met wat ik daar schrijvend mee deed: columns voor NRC Handelsblad, Margriet, Plus MagazineJoie de Vivre en Mind.